1810.
In de vergadering van 1 januari werd verkoren tot ouderling broeder Dirk van Vreeswijk,en Gerrit Huisman tot diaken.Van broeder Vreeswijk is er een schrijven ontvangen,welke ik zal opschrijven.
Aan de eerwaarde kerkeraad van Giessen-Nieuwkerk.

Den ondergetekende (door den schoolmeester berigt ontvangen hebbende) tot ouderling verkoren zijnde,declareerd deze post niet te kunnen ,of te mogen aannemen,alzoo hij dezen niet,dan met de grootste weerzin zouden kunnen bekleeden..Was getekend :Dirk Vreeswijk.
Hierover met den genoemde Vreeswijk gesproken zijnde,en bij zijn declasatie blijvende,zoo is eenparig besloten bij den kerkeraad,hem te ontslaan,en een ander te beroepen,zijnde daartoe op 7 januari 1810 aan de gemeente bekend gemaakt,dat de verkiezing tot het ouderlinschap op den 1ste dezer geschied,ter oorzake der ingebragte bezwaren,welke bij den kerkeraad voor meer dan voldoende gehouden worden,om iemand daartoe beroepen te ontstaan,zoo aanstonds,na het eindigen van den Godsdienst,zal het gedaan worden.Wanneer ook de nominatie met Arie Hamerpagt aangevuld,en deze gelijktijdig tot ouderling verkoren is.Ondertekend door den kerkeraad.
Als op 31 januari de diakonie rekening wordt opgeschreven ,is er een tekort van f. 6-12-4.Ook is er een verslag van openstaande rekeningen,wat aangeeft dat het tekort oploopt tot een bedrag van f. 795-12-8.Dan is er nog een memorie,welke is getekend op 11 maart 1810,door de armen uit Schelluinen: Klaas de Kuiper,en Klaas Vasse de Groot,aan onze diakonie -armen.
Ten volle eigendom is afgestaan de helft van den koetstuig brief,staande ten laste van Kornelis Bode en Jan Vermeulen,groot f. 200,00.En zulks bij liquidatie met voornoemde armen tegen hun aandeel in een gewerenhuis,en er voor hun toebehoren hebbende aan Hendrikse Kwakernaak en Maaike van Kleef,dog van welke het voorste gedeelte, door verarming aan onze diakonie vervallen is.Chr. Diemont
1811
Een zeven tal mensen hebben hun geloof beleden.Er zijn verder geen aktes te vinden.Op 25 en 26 Junij is er een besluit van de classis Zuid-Holland.
Dat aan de predikant, onder deze classis verzoekt,en desnoods gelast worden, om zoo veelmogelijk zorg te dragen,dat de jongelingen,die vermoedelijk tot den krijgsdienst staan opgeroepen te worden,het jaar voor zij in de loting kunnen vallen,tot leden der gemeente worden aangenomen.Dat de predikant nauwkeurig en afzonderlijk aantekeningen moet houden van het getal der jongelingen van 16 tot 19 jaren oud.Van het getal dergenen die uit dezelve zijn aangenomen.Van de redenen waarom meerderen of gene, die in de krijgsmacht vallen niet kunnen aannemen.Dat de predikant van deze hunne aantekeningen jaarlijks aan de kerkvisitatie behoorlijke visie en opening zullen geven,en dat men hiervan mede rapport zullen doen.
En dat de kerkeraad dringend zullen verzogt worden,van op zijn best mogelijke wijze te zorgen,dat alle soldaat een bijbeltje te geven,mede namelijk het welk dien onvermogende zou behoren ter hand gesteld worden,en zoo het mogelijk was,met bijvoeging van een en ander klein schrift ten behoeve van zoodanige jongeling opgesteld,b.v. dat van ds. Speelman of dergelijke van ds. C. Diemont
Een volgende keer zullen wij D.V. een brief van 22 oct. 1811 opschrijven
Daan Overduin.