Kerkeraadsvergadering den 18de junij 1819.
De preses opende de vergadering met eene tijds gelegenheid gesproken gebed.
Op de vraag van den president naar het oogmertk van het beleggen dezer vergadering,gaven den broederen te kennen ,voornemens te zijn,uit het voorheen gemaakte drietal van predikanten eenen te beroepen tot gewoon Herder,en leeraar dezer gemeente.
Men wil ds. G.T. Heemskerk uit Schelluinen beroepen.De beroepsbrief wordt geschreven naar het model thans bij de Ned. Herv. kerk gebruikelijk. Ook zal aan de Heer van Giessenburg de beroepsstukken volgens gewoonte worden gezonden .Met dankzegging wordt deze vergadering besloten.
1819
Op 1 april kerkeraad, waarbij tegenwoordig de gehele kerkeraad, benevens de consulent.Art. 1 Aanstaande zondag het H. Avondmaal in deze gemeente zal worden gevierd,deed de consulent omvrage,of zij op elkander,of op lieden der gemeente ook iets hadden in te brengen,waarvan de zelve zouden vermaand,of van het Avondmaal moeten geweerd worden.Met neen wordt daarop geantwoord. Art. 2. Over gekomen met attestatie uit de gemeente Goudriaan :Maria Hartkoren,en Arie Brand uit Giessen -oudkerk,en vertrokken naar Brakel Reijer van Ballegooien.Met dankzegging is deze vergadering besloten.
10 april vergadering. Daar de beroeping den 18 de maart uitgebracht op Ds. Heemskerk te Schelluinen,volgens gewoonte naar den Wel. Edele Heer dezer plaatse ter approbatie is over gezonden,en tot leedwezen des kerkeraads niet is teruggekomen,gist de kerkeraad ,dat deswegen rede bij zijn Hoog Wel Edele Heer moet bestaan,en heeft heden een ander beroep op den zelfde predikant uitgebracht,en aan den Heer toegezonden.
17 april 1819.
Men opend de vergadering met gebed.Alle broeders zijn aanwezig.
Art.1 Wordt ter tafel gelegt het van den Wel.. Ed. Heer van Giessen-Nieuwkerk geagareerders beroep,welk was uirgebracht op Ds. Heemskerk. Er was een geleide brief mee gezonden.
Art. 2. Vervolgens communiseerde deze aan de broeders dat bij hem een brief van den consulent L. Slotemaker uit Middelharnis ene vraag had aan den kerkeraad, of men Abram van de Meiden,welke door den algemene armen dezer gemeente gelimiteerdheid grond bij aldien hij als lidmaat aangenomen werd,verder uit de diakonie armenkas zouden bedelen.
Art.3 De broederen vragen zich af ,of alleen hierover een cabaal geweest is,vooraf gaande het verleden, hoe veel die man bedeelt is,en zeker de diakonie een ander standpunt had.de bedeling uitreikte aan de vrouw van genoemd persoon,en werd aan de predikant verzoght dit een en ander vooraf bij de kerke te informeren.Art. 4 Verzogt den president in naam van Gerrit Sterrenburg dus behelst lidmaat alhier, en de staten van Holland, benevens het naast atest voor Baaijen Verwoerd het welk genoemd persoon grond toegeastaan,en de preses met bezorgen daarvan wordt belast. Met dankzegging wordt deze vergadering besloten
Volgende keer gaan wij naar de vergadering gehouden op 27 April